IBR-vrije biest voor kalveren
Wat is IBR?
IBR (Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis) is een besmettelijke virale ziekte die voorkomt bij runderen. De ziekte wordt veroorzaakt door het boviene herpesvirus type 1 (BoHV-1). Het tast voornamelijk het ademhalingssysteem aan, maar kan ook de voortplanting beïnvloeden.
Koeien die besmet zijn met IBR kunnen de volgende symptomen hebben:
- Ademhaling: Koorts, snotneuzen (etterig), hoesten, ontstoken neusholtes en ademhalingsproblemen
- Voortplanting: Abortussen, doodgeboortes of zwakke kalveren
Ook kan IBR oogontsteking geven, een verminderde melkproductie en een algehele malaise gepaard met verminderde eetlust.
IBR kan worden verspreid door direct contact met geïnfecteerde dieren, maar ook door hoesten en niesen. Besmette apparatuur of mensen die van de ene kudde naar de andere kudde gaan kunnen ook het IBR virus meenemen. In de fokkerij kan sperma van geïnfecteerde stieren zorgen voor een overdracht.
IBR kan ook latent aanwezig zijn. Dit kan worden nagegaan door het bloed van de koe te analyseren op de aanwezigheid van IBR-antistoffen. Dit betekent dat een dier geen symptomen hoeft te vertonen, maar het virus toch aanwezig is in slapende toestand en zich kan verspreiden tijdens reactivering. Het virus kan opnieuw actief worden in tijden van stress (zoals tijdens transport of slechte omgevingsomstandigheden).
Het voorkomen en beheersen van IBR is belangrijk om productieverlies te vermijden en de kudde gezond te houden. Vooral op bedrijven met hoge reproductieve of genetische investeringen, zoals fokstieren of melkveebedrijven is dit erg belangrijk.
Wat is IBR-vrije biest?
Biest dat is afkomstig van koeien die niet besmet zijn met of gevaccineerd zijn tegen het IBR-virus. Deze biest bevat geen antistoffen tegen het IBR-virus en wordt daarom IBR-vrije biest genoemd. Dit type biest wordt gebruikt voor de IBR-vrije opfok van fokstiertjes die bestemd zijn voor de kunstmatige inseminatie (KI).
Waarom IBR-vrije biest?
Als een koe in contact is gekomen met het IBR-virus (Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis), dan maakt de koe antistoffen aan tegen dit virus. De besmetting kan plaatsvinden door het “veldvirus” of door een vaccinatie. In beide gevallen worden er antistoffen aangemaakt. Deze antistoffen zijn dan niet alleen aanwezig in het bloed van de besmette koe, maar ook in de biest en de melk.
Als de koe kalft, dan krijgt het kalf biest van de moeder. Deze biest bevat, in geval van een besmetting met IBR of een IBR-vaccinatie, antistoffen tegen het IBR-virus. Soms is de aanwezigheid van antistoffen tegen IBR niet gewenst, want als er antistoffen aanwezig zijn zou dat kunnen wijzen op een IBR-besmetting.
Fokstiertjes die voor de KI bestemd zijn moeten vrij zijn van IBR-antistoffen. Om die reden krijgen zij biest van koeien die geen IBR-antistoffen in hun bloed of biest hebben. Dat kan ook IBR-vrij biestpoeder zijn.